I. De verrassing uit de VS

De hoofdrolspeler in The lunatic is in the House.

Op 20 januari 2017 is de woning aan de Pennsylvania Avenue betrokken door iemand aan wiens geestelijke gezondheid openlijk wordt getwijfeld, die aan een persoonlijkheidsstoornis zou lijden, maar die ondanks alle verontrustende “diagnoses” niet de indruk wekt zich daaraan te storen.

Wel stoort Donald Trump zich enorm aan kranten en andere nieuwsbrengers, vooral als daarin iets wordt beweerd of vermeld dat Donald anders ziet. Al die media staan volgens hem vol met fake, fake, disgusting news. Beweringen van Trump zelf zijn natuurlijk allemaal waar, al snappen de feiten blijkbaar niet dat ze daar rekening mee moeten houden! Omdat de feiten niet naar Donald willen luisteren heeft de Washington Post inmiddels al meer dan 4000 claims van Trump geturfd waaraan de feiten niet hebben willen meewerken (13 juli 2020 staat de teller op meer dan 20.000).

Maar al vóór 2016 stoorden velen zich op hun beurt aan The Donald. Bij voorbeeld Ian Buruma; die zag in Trump de amerikaanse poliep van het zich ras uitbreidende populisme. Geruststellend was in elk geval nog dat Buruma in 2015 vermoedde dat Trump bij de aankomende presidentsverkiezingen geen hoge ogen zou gooien. Even though Trump will not become the next president, the populist damage has already been done. Nu de clown in het Witte Huis zit en in Italie tot voor kort een doorlopende politico buffo werd opgevoerd met vijf sterren op het toneel, beweren wij niet dat Ian Buruma met zijn voorspelling iedereen heeft misleid. Maar dat hij er goed naast zat zal niemand ontkennen.1

Een goede bijrol: The lunactics are on the grass

Al in oktober 2017 vroeg Masha Gessen zich in The New Yorker af of we met een analyse van Trumps gemoedstoestand veel zullen opschieten. Iedereen kan zijn leugens, zijn tegenstrijdigheden, zijn agressie, zijn gebrek aan empathie etc. zien. Ook zijn kiezers. We might ask what’s wrong with them rather than what’s wrong with him. Zet je ze weg, zoals Hillary Clinton deed, als deplorables of noem je ze racist, sexist, homophobic, xenophobic — islamophobic, dan maak je duidelijk dat er een kloof gaapt tussen hun neurotische kleingeestigheid en jouw liberale openheid. Typeer je ze als angry white men dan suggereer je dat rechtse randgroepen als alt-right, neo-nazi’s, skinheads en ander griezelig volk Trump in het zadel heeft geholpen. Hoe akelig dergelijke types kunnen zijn ondervond David French in 2015. Maar dat wil niet zeggen dat door op dergelijke types te wijzen je zult begrijpen waarom Trump zóveel krediet heeft gekregen van de republikeinse kiezers dat hij president van de Verenigde Staten is geworden.

Want verlies niet uit het oog dat tachtig percent van Trumps kiezers bij de vorige verkiezigen op Mitt Romney heeft gestemd, de republikeinse kandidaat die het opnam tegen Barack Obama. Henry Olsen: This group contains the usual suspects among American Republicans: tax-cut advocates, religious evangelicals and Catholics, gun rights supporters and business types eager for deregulation. Trump has made sure to give each faction what they most desire just like any good politician would. Dat Trump Brett Kavanaugh heeft voorgedragen voor het Hooggerechtshof is precies waarop de conservatieve evangelische groepen hopen en waarmee hij bij deze groep zijn krediet opbouwt.
Ook Emily Ekins keert zich tegen de veronderstelling dat de achterban van Trump een uniform blok is; haar analyse van de Trumpkiezers resulteert in vijf verschillende groepen. Dé Trumpkiezer, geobsedeerd door één drijfveer of één samenhangend wereldbeeld, is volgens haar een gedachtenspinsel waarmee de links-liberale verliezer zich graag troost. Natuurlijk zijn er wel enige gemeenschappelijke standpunten aangaande de economie, gezondheidszorg, illegale immigratie en moslimintegratie, maar deze groepen diverge on a wide variety of today’s salient issues including on taxes, entitlements, immigration, race, pluralism, traditionalism, and social conservatism. This degree of heterogeneity among the Trump voters makes it difficult to speak about their values, priorities, and opinions as a group.
En vergeet ook niet de manier waarop Trump zijn kapitaalkrachtige landgenoten helpt. Robert Reich typeert die hulp in The Guardian als “socialisme voor de rijken”, omdat in de ogen van conservatieven socialisme neerkomt op het krijgen van iets voor niets. En hoe het werkt weet Trump exact, want hij heeft er zelf decennia aan verdiend: when he was in business, Trump perfected the art of using bankruptcy to shield himself from the consequences of bad decisions – socialism for the rich at its worst – while leaving employees twisting in the wind. The New York Times heeft de belastingaangiftes2 van Trump over de periode 1985-1995 boven water gekregen. Uit het artikel van 8 mei 2019 blijkt dat Trump het zo slecht deed dat hij in 8 van de 10 jaar géén belasting betaalde en in totaal ongeveer 1 miljard dollar verlies leed –the art of the deal? Verontrustend is inmiddels ook hoe Trump zijn publieke functie gebruikt voor het beschermen van de financiële belangen van zijn familie. De politieke stellingnames tegenover Turkije kunnen zomaar door Trumps warme band met Erdogan en de Trumptorens in Istanbul worden beïnvloed.
Kortom: Trump slaagt erin veel groepen kiezers en invloedrijke personen en instanties te geven wat ze van hem verwachten. En hoe gestoord vind je iemand die je geeft wat je graag hebt? Dan zie je toch gemakkelijk wat door de vingers?

Beleid onder Trump

Zijn gedrag mag dan bizar worden gevonden, zijn beleid raakt blijkbaar een andere snaar. Uit een anonieme brief in The New York Times blijkt dat personen in de directe omgeving van Trump proberen om de schade die deze president aanricht zo klein mogelijk te houden. But we believe our first duty is to this country, and the president continues to act in a manner that is detrimental to the health of our republic.3 Maar tegelijk ondersteunen zij de politieke koers die wordt gevaren door zijn regering. Ook de republikein Mitt Romney kan zich ook voor een groot deel vinden in het beleid van Trump. Zijn kritiek geldt de polariserende stijl. As a nation, we have been blessed with presidents who have called on the greatness of the American spirit. With the nation so divided, resentful and angry, presidential leadership in qualities of character is indispensable. And it is in this province where the incumbent’s shortfall has been most glaring.4
Iets verder dan de persoonlijke stijl en politieke koers kijkt Rhonda Garelick in Dancing With Reality in het tijdschrift New York. Daarin vergelijkt zij het format van de reality show Dancing With the Stars met Trumpville en ziet grote overeenkomst in de manier waarop beide talent, training, opleiding en expertise devalueren ten gunste van spektakel5. De snelle opeenvolging van benoeming, geklungel en ontslag van politieke amateurs die het schip van staat drijvende moeten houden, is een spektakel dat vanwege de hoge amusementswaarde er bij een groot deel van de bevolking als gesneden koek ingaat. It reinforces, wittingly or not, the part of America’s psyche that disdains “experts,” which conflates the admiration of merit and training with snobbery or elitism. But it is not “egalitarian” or “democratic” to lose the ability to discern and admire excellence and talent, just as it is not helpful to give every student an A or every child a prize regardless of performance. It is in fact dangerous to stop admitting the existence of skill and competence. [..] The American citizenry is now watching our country’s reputation disintegrate and its moral compass collapse, while our nondancer president tries vainly to convince us he is Fred Astaire. Opnieuw blijkt dat wat wordt geserveerd door de regering Trump meer is dan een ongeval dat over een paar jaar kan worden vergeten, maar kan rekenen van op interesse en begrip van een groot deel van het publiek.

Electoraal landjepik, polarisatie en desinteresse

Ook het Amerikaanse kiesstelsel heeft Trump een handje geholpen. Hij verloor de popular vote maar won toch de verkiezingen. Die win je namelijk als je de meeste kiesmannen achter je weet te verenigen. Die worden verdient per staat. Een afgetekende of een nipte overwinning maakt niet uit: alle kiesmannen gaan naar de winnaar. In een dergelijk kiesstelsel kan een marginaal verschil soms een majeure invloed hebben. Om een indruk te geven: als er in Michigan 7% minder suikerpatiënten waren geweest, had Trump 0,3% minder stemmen gekregen en was Clinton de overwinnaar geweest in deze staat en waren alle kiesmannen van democratische signatuur geweest.6. Exit Trump.

Na de nederlaag in 2008 tegen Barack Obama hebben de Republikeinen in de operatie REDMAP “gerrymandering” opnieuw uitgevonden. Gerrymandering is het aanpassen van grenzen van kiesdistricten zodat de partij die er aan de macht is er maximaal profiteert van de verdeling van kiezers over de districten. 7 Deze tactiek van het creëren van “veilige” disctricten zou ook een verklaring bieden voor het verdwijnen van de gematigde politici, zowel bij de Republikeinen als de Democraten en de sterk toegenomen polarisatie. De partijtegenstellingen werden in elk geval veel scherper, het sluiten van compromissen veel moeilijker en een “gridlock” -vraag het Obama- veel waarschijnlijker.

Dat patstellingen tegenwoordig de Amerikaanse senaat domineren is het gevolg van een ontwikkeling die ongeveer 100 jaar geleden is begonnen. Senatoren uit de Zuidelijke Staten -veelal Democraten- vreesden voor verbeteringen in de sociaal-politieke omstandigheden van de zwarte bevolking aangezien een meerderheid in de VS dergelijke hervormingen zouden stellen. Zij wilden de verankering van deze meerderheidsopvatting in wetgeving tegenhouden en poetsten daartoe oude instrumenten op. De filibuster werd een handig instrument om te voorkomen dat gewone meerderheden de wetgeving konden bepalen. De mogelijkheid van blokkerende minderheden wordt inmiddels zo efficiënt ingezet dat onwelgevallige wetgeving van een normale meerderheid gemakkelijk kan worden geblokkeerd. De partij die de laatste zes 8

Polarisering

Deze polarisering van de politieke tegenstellingen wordt weerkaatst in de houding bij de kiezers tegenover politieke tegenstrevers. Bijna geruisloos heeft zich in de VS een omwenteling voltrokken waarin politieke preferenties en contrasten zich hebben ontwikkeld tot onoverbrugbare kloven en bijna persoonlijke afkeren: In 1980, schrijven Klein en Chang9, vond slechts 5% van de Repblikeinen een huwelijk van hun kind met een Democraat onacceptabel, in 2010 was dat opgelopen tot 49%. Dat de partijen in het Congress nog maar moeilijk compromissen kunnen sluiten stuit misschien wel op begrip van velen die van politiek een identiteitsvraagstuk hebben gemaakt of, zoals de auteurs stellen, na de transformation of party affiliation into a form of personal identity that reached into almost every aspect of our lives.10

Desinteresse

Maar er is nog iets en Ganesh, columnist van de Financial Times, wijst er voorzichtig op: het gemak waarmee presidentiële ambtsdragers wegkomen met grotere en kleinere leugens. Robert Mueller stelt in zijn rapport dat er géén bewijs is voor een gecoördineerde samenwerking tussen Trumps campagneteam en Rusland; maar er zijn er wel zaken aan het licht gekomen waarbij Trump gewoon de wet heeft overtreden. Er zijn inmiddels de nodige openbare aanklagers en personen uit de rechterlijke macht die voldoende grond zien voor een aanklacht wegens obstructie11. Maar dat ligt juridisch gecompliceerd: een president kan niet worden aangeklaagt. Dan blijft alleen de weg over van afzetting door het Congres? Onder de huidige politieke verhoudingen is dat onwaarschijnlijk. In het geval van president Clinton bleek mijneed en belemmering van de rechtsgang ook niet voldoende om hem ter verantwoording te roepen. Hoe vermakelijk het ook was om te zien dat een oorlogszuchtig Congres het land zo verkeerd had ingeschat, achteraf gezien bevatte die hele geschiedenis wel een waarschuwing. De kiezers besloten dat eerlijkheid alleen tot op zekere hoogte belangrijk was. En vermoedelijk zouden ze dat altijd weer doen. Zoals bijvoorbeeld nu. We mogen raden wat er de volgende keer weer door de vingers zal worden gezien.

Op deze vraag lijkt inmiddels ook een antwoord te zijn. Trump blijkt bij zijn Oekraïnse collega Zelensky de duimschroevente hebben aangedraaid om een gerechtelijk onderzoek te beginnen tegen vader en zoon Biden. De amerikaanse militaire hulp werd in elk geval alvast opgeschort in het kader van een klassiek quid pro quo -voor wat hoort wat. Vader Biden, de verwachte democratische kandidaat voor het presidentschap zou met deze affaire natuurlijk flink in zijn maag zitten. Dat vond Trump dus wel een goed idee, maar het is natuurlijk wel verboden. Het Huis van Afgevaardigden stelde een onderzoek in en heeft besloten een impeachement in te stellen op grond van de resultaten. Maar zoals te verwachten gedragen de senatoren van de Republikeinse partij zich volgens de regels van het clientelisme in plaats van als zelfstandig oordelende volksvertegenwoordigers.

Deze relativering is een verschijnsel dat niet beperkt blijft tot de VS; het doet zich overal voor en het past goed in het groeiende ego van de verveelde kiezer, die van iedereen altijd maar gelijk krijgt. In het hele westen sussen we onszelf met het idee dat alleen het mechaniek van de politiek defect is. Als we de sociale media beter kunnen reguleren, het nepnieuws beter kunnen weerleggen, de buitenlandse geldstromen beter kunnen volgen, dan kunnen schurken en opportunisten geen verkiezingen (of referenda) winnen. De mogelijkheid dat we zelf als kiezers en burgers minder kieskeurig zijn geworden is te ongemakkelijk om bij stil te staan.
Hoor je het goed?

Jij, lezer, kent dat fijnbesnaarde monster ook;
-Schijnheilige lezer, jij, -mijn broeder, -mijn gelijke.

Charles Baudelaire, De bloemen van het kwaad, Tot de lezer