Je kunt zeggen wat je wilt, maar hij laat zich niet snel uit het veld slaan. Hij bestrijdt de angst voor terreur en de onzekerheid die met iedere crisis groeit, de marginalisering van zijn eigen partij en het chagrijn over de mensenverslindende politieke machine in Den Haag met .. hoop. Hij noemt zichzelf romanticus. Zou hij ook de opbeurende woorden uit Patmos van Friedrich Hölderlin kennen?
Wo aber Gefahr ist, wächst
Das Rettende auch.
Nee, Diederik Samsom gaat bepaald niet bij de pakken neerzitten. Blijkbaar niet onder de indruk van de crisisopvang voor bijna vijftigduizdend vluchtelingen, beweert hij in het Nederlands Dagblad van 30 december 2015 dat Nederland wel 200.000 vluchtelingen aankan. De hoopvol gestemde leider van de PvdA “weet dat wij dat als land aankunnen. Wij kunnen dit.” Hoh, hoh, hoh .. is dat niet wat arrogant? Nee, hoor, de van zelfvertrouwen blakende voorman van de Nederlandse sociaal-democratie wijst op de uitgebreide ervaring waarover Nederland na veertig jaar asielzoekersopvang beschikt: “we weten hoe het niet moet”.
Maar hoe het wel moet weten we dus niet!
Nog een beetje aangeschoten van het succes waarmee Europa in zijn ogen de eurocrisis en de vluchtelingencrisis heeft aangepakt -“ik ben maanden bezig geweest met mijn Europese collega’s om elkaar zover te krijgen afspraken met Turkije te maken”- , laat hij alle reserves vallen: “Het kán”. De nuchtere constatering eerder: “We verkeerden in de illusie dat er een goed Europees asielsysteem was, tot het getest werd“, lijkt alweer vergeten. De hoopvolle Samsom koestert een illusie van zekerheid die meestal uitdraait op de zekerheid van een desillusie!
Ook voelt Samsom zich prima thuis in politieke rekenkunde die de ideologische strijd heeft afgelost. Maatschappelijke hervormingen, waarvoor Den Uyl nog met ziel en zaligheid streed, staan al lang op de rommelzolder van de sociaal-democratie. “De kiezer”, zo Samsom, “wil een politiek die dingen oplost ..” Prima. En want is er dan zoal opgelost? waarop mag hij worden “afgerekend”? Nou, werkloosheid, armoede, koopkracht, inkomensverdeling, vluchtelingenstroom, allemaal zaken die dus niet zijn opgelost. De categoriefout, dat met veranderingen in cijfers achter of net voor de komma in de “goede” richting – x is gedaald, y is gestegen, z is gegroeid, O is toegenomen- maatschappelijke vraagstukken zijn opgelost, is inmiddels niet meer weg te denken uit het politieke afrekenspel. Dat is een riskant spel, want de waardes van deze “vraagstukken” zijn van zoveel factoren afhankelijk dat de uitkomst vooraf nauwelijks te voorspellen is. Dan kun je zomaar driekwart van je kiezers verliezen en kijk je aan tegen een miezerige 8 peilzetels! Een geharde beursspeculant had al veel eerder zijn verlies genomen; wat doet Samsom? Gewoon .. de hoop niet opgeven en blijven geloven dat de dobbelstenen bij de volgende worp wel een keer gunstig rollen: “En ik geloof dat het ook anders zal uitpakken als we in 2017 met de bewijslast naar de kiezers stappen.”
Dat is overigens precies de fout die Samsom zijn sociaal-democratische voorgangers verwijt: vasthouden aan het eigen gelijk. Nog niet zo lang geleden werden we, volgens Samsom, “automatisch” rijker door een jaarlijkse groei van 3 of 4%. Met inkomensoverdracht en een goed sociaal stelsel werd de sociale welvaartsstaat opgebouwd en -dat weet Samsom dan weer wel- de groei de nek omgedraaid. “Ik verwijt dat ook de sociaaldemocratie zelf; we zijn een tikje lui en eenzijdig geweest.” Maar geen nood! IJverig wordt de verzorgingsstaat nu aan de lagere groei aangepast, met als bonus dat die ook nog toekomstbestendig is, want “we richten het systeem rechtvaardiger en slimmer in.” Zó slim en rechtvaardig waren zijn voorgangers dus weer niet.
Met een verstikkend enthousiasme omarmt de sociaal-democratische frontrunner de technologische vooruitgang en de wetenschappelijke ontwikkeling. Nieuwe vondsten om zelfs de fossiele energiebronnen te vervangen liggen binnen handbereik, want “er is nog nooit zo’n slimme generatie geweest als deze, dus we zouden het moeten kunnen.” Met een dergelijke gemoedsgesteldheid is zijn politieke drijfveer wel weer begrijpelijk: “dat je de illusie hebt dat je mensen wat hoop kunt bieden”. Nu driekwart van zijn kiezers voor de geboden hoop bedankt, is in ieder geval Samsom een illusie armer.